Sira groeit op in Barcelona met haar broer en ouders, die er maar een merkwaardige relatie op na houden. Moeder is vaak zonder aankondiging een aantal dagen op reis, en vertelt haar kinderen dan dat ze in Frankrijk onderzoek doet naar rood gras; vader is een ietwat afwezige figuur. Wanneer haar ouders uiteindelijk scheiden en kort daarna broer Nil spoorloos verdwijnt, begint Sira te beseffen dat haar jeugd misschien toch niet zo harmonieus was als ze altijd gedacht heeft. Of dit de reden is dat haar eigen relaties ook zo moeizaam verlopen, is de vraag, maar feit is dat vriendschap, liefde en carrière maar niet van de grond lijken te komen.
Wanneer in het tweede deel van de roman broer Nil aan het woord komt, blijkt hoe verschillend de werkelijkheid kan zijn voor mensen die op hetzelfde moment op dezelfde plaats zijn, hoe de eigen blik de realiteit inkleurt. Niet alleen Sira en Nil, maar vrijwel alle personages in deze roman lijken te worstelen met het leven, wat uiteindelijk leidt tot de vraag hoezeer je je leven eigenlijk zelf in de hand kunt hebben. Zou niet veel gelukkiger kunnen worden door juist niet te veel van het leven te verwachten?
Gele dagen is na Het meisje met de negen vingers en Landen de derde roman van de afwisselend in Spanje en Nederland woonachtige Laia Fàbregas. Met haar afgewogen taalgebruik, intrigerende beelden en volstrekt originele kijk op de werkelijkheid is Fàbregas een grote aanwinst voor de Nederlandse literatuur.

Laia Fàbregas, Gele dagen (Ambo Anthos)

Deze recensie is eerder verschenen in BOEK 3, 2013.