Onlangs las ik Onder een andere hemel van Joke Hermsen, een mooie filosofische memoir over heimwee en vertepijn, oftewel fernweh, zoals zij het noemt. Wat een mooi woord. Naar aanleiding van deze intelligente bespiegelingen, en de dialoog van Hermsen met verschillende denkers en dichters, raak ik geïnspireerd om zelf ook meer te reflecteren op wat ik lees, zie en hoor. Niet om daar een kritische noot aan te wijden, ik ben geen criticus en hoef niet altijd ergens iets van te vinden, meer om te onderzoeken wat voor gevoel, welke gedachten of herinneringen, een boek, een schilderij, een kunstwerk bij mij losmaakt.

Heimwee en fernweh dus, op het eerste oog twee tegengestelde begrippen, bij nader inzien wellicht minder tegenstrijdig dan je in eerste instantie zou denken. Als kind had ik de grootste moeite met logeerpartijtjes, liever zat ik thuis met een boekje in plaats van ergens te logeren of op schoolkamp te gaan. Later werkte dit door bij bedrijfsuitjes, met vriendengroepen naar de Ardennen (kampvuur met gitaar – de gruwel) of familieweekenden. Ging het om heimwee naar thuis of meer om het verlangen naar een eigen plek in het geheel, de eigen plek die zo moeilijk te vinden is in een groep?

Anderzijds was er van jongs af aan een enorme drang om weg te gaan. Volgens mij was het Boudewijn Büch die ooit zei dat het enige voordeel van opgroeien in een afgelegen dorp (in mijn geval in de Achterhoek) is dat je een sterke drang ontwikkelt om weg te trekken en te reizen. Het lezen van Honderd jaar eenzaamheid in de tuin in Hengelo, Gelderland vormde de trigger voor een aantal lange reizen door Latijns-Amerika als twintiger. En nog altijd word ik onrustig als ik niet een klein tripje in het verschiet heb, iets om naar uit te kijken, al is het maar een nachtje Antwerpen in combinatie met een mooie tentoonstelling of een bezoekje aan een schrijvershuis.

Heimwee en fernweh zijn misschien wel onlosmakelijk verbonden, want een goede basis, me ergens thuis weten, biedt de mogelijkheid om eropuit te gaan. Zolang ik mezelf maar niet kwijtraak in een groep en de ruimte heb om me terug te trekken in een boek, valt er nog een hele wereld te ontdekken.