Afgelopen jaar ging er terecht veel aandacht uit naar het succesvolle Voor ik ga slapen van SJ Watson, een spannende roman met een bijzonder interessant uitgangspunt, maar minstens zo indrukwekkend vond ik Hersenspinsels van Alice Laplante. Hersenspinsels gaat over de 64-jarige Jennifer White die aan de ziekte van Alzheimer lijdt. Op een dag wordt Jennifers beste vriendin en buurvrouw Amanda vermoord aangetroffen in haar woning, en Jennifer kan, of wil, zich niet herinneren of zij deze moord heeft gepleegd.
Aangezien de lezer de wereld door de ogen van Jennifer bekijkt, weet je nooit precies wat waar is en wat niet, of iets kort of lang geleden gebeurd is, en of Amanda nu echt wel zo’n goede vriendin was als iedereen dacht. Jennifer houdt een notitieboek bij waar zij en de mensen om haar heen gebeurtenissen opschrijven om op die manier grip op de wereld te houden en haar eigen identiteit te bewaren. De puzzelstukjes rond de dood van Amanda vallen echter maar niet op hun plek.
Meer nog dan de vraag of Jennifer nu wel of niet Amanda heeft vermoord, draait dit boek om de vraag wat voor leven je nog hebt wanneer je telkens opnieuw moet horen dat je man niet meer leeft, je je kinderen niet meer herkent, niet meer weet waar je bent en waarom. Hoe kan een intelligente vrouw die altijd gewerkt heeft zich neerleggen bij het feit dat haar hoofd haar nu zo in de steek laat. Alice LaPlante weet de uitzichtloosheid, de woede en de radeloosheid van Jennifer zo goed te beschrijven dat dit boek me ongelooflijk raakte. Je blijft nog lang achter met de vraag wat voor leven er nog rest zonder geliefden, zonder herinneringen en zonder woorden.
Alice LaPlante, Hersenspinsels (Orlando)