Een plein in een heel gewone stad in Nederland vormt het decor van de nieuwe roman van Daphne Huisden, Dit blijft tussen ons. Getuige de wervende quotes op de achterflap is het debuut van Huisden lovend ontvangen, en het wordt al snel duidelijk dat we hier van doen hebben met een schrijver met veel oog voor detail en menselijk gedrag. In korte hoofdstukken zet Huisden de bewoners van het plein neer. Stuk voor stuk wat wereldvreemde personages met ieder hun eigenaardigheden. Sam van nummer 3 die schrijver denkt te zijn maar nauwelijks een letter op papier krijgt; Leander en zijn agressieve broer Manuel die elkaar met enige regelmaat te lijf gaan; de kapper en zijn zoontje Oscar, het enige kind in de buurt; en niet te vergeten Gizmo, die zijn woning tot een café heeft omgebouwd, waar de buurtgenoten elkaar ontmoeten.
Treffend typeert Huisden de bewoners die elkaar nauwlettend in de gaten houden en min of meer een gemeenschap vormen. Samen leven ze toe naar een soort straatfeest, de viering van hun verjaardagen, ieder jaar een hoogtepunt van gemeenschapszin. Door allerlei verwikkelingen lijkt er dit jaar echter een kink in de kabel te komen.
Dit blijft tussen ons staat vol met mooie observaties en herkenbare situaties, maar door het bonte scala aan personages blijft het verhaal een beetje aan de oppervlakte. De verhaallijn is wat dun en het is lastig om iedereen overtuigend bij elkaar te brengen. Daardoor leer je uiteindelijk niemand echt kennen. Net zoals je de meesten van je buren niet daadwerkelijk kent.
Daphne Huisden, Dit blijft tussen ons (Prometheus)
Deze recensie verscheen eerder in BOEK 4, 2014