Andrea groeit op als de zoon van een advocaat in een troosteloos stadje in de provincie Biella in Piemonte. Hoewel hij naar de stad is vertrokken om te studeren, heeft hij zijn studie filosofie opgegeven en nu hangt hij wat rond met zijn vrienden, heeft een tijdelijk baantje en droomt van de toekomst. Marina had het minder goed thuis. Haar moeder raakte op haar zeventiende zwanger en hoewel haar ouders aanvankelijk probeerden een gezin te vormen, was vader steeds minder thuis en ging moeder steeds meer drinken. Het enige wat Marina wil is ontsnappen uit haar geboortestreek en ze droomt van een carrière als zangeres.
Marina en Andrea werden als tiener al smoorverliefd op elkaar en wanneer ze elkaar terugzien op een dorpsfeest slaat de vonk opnieuw over. Het probleem is echter dat terwijl Marina droomt van roem en rijkdom, de toekomstplannen van Andrea heel andere vormen aannemen, hij besluit in de voetsporen van zijn grootvader treden en het boerenbedrijf in de bergen voort te zetten. Dit tot afschuw van zijn ouders overigens die zich juist aan het boerenleven hebben ontworsteld.
‘Niemand kan ontkomen aan zijn eigen geschiedenis, niemand kan werkelijk denken daaruit te kunnen ontsnappen.’ Aldus schrijft Silvia Avallone, en hoe hard zowel Marina als Andrea ook vecht, het lijkt vrijwel onmogelijk je verleden de rug toe te keren en opnieuw te beginnen. Net als Niccolò Ammaniti en Fabio Genovesi schreef Avallone een rauw en hedendaagse portret van het moderne Italië. De crisis heeft keihard toegeslagen, het platteland raakt ontvolkt en voor jongeren is er weinig toekomstperspectief. Desalniettemin leverde dit een sprankelend en onweerstaanbaar liefdesverhaal op om in één adem uit te lezen.
Silvia Avallone, Marina Bellezza (De Bezige Bij)
Deze recensie verscheen eerder in BOEK 3, 2014