Özcan Akyol was de laatste tijd alom aanwezig in de media en op literaire avonden, en op de flap van zijn debuut prijken aanbevelingen van Joost Zwagerman, Matthijs van Nieuwkerk en Robert Vuijsje. Terecht of een hype, zoals sommige recensenten constateren?
Eus is een jongen van Turkse afkomst die met zijn twee broers opgroeit in een stad in het oosten van het land. Vader drinkt te veel en laat zich zo snel mogelijk afkeuren zodat hij in de WAO belandt, moeder doet haar best om het hoofd boven water te houden maar durft niet in opstand te komen tegen haar dominante man. Eus verafschuwt zijn vader en de Turkse gemeenschap waar iedereen elkaar in de gaten houdt, en denkt eigenlijk alleen maar aan zichzelf, geld en vrouwen – in die volgorde. Langzaam maar zeker glijdt hij steeds verder af raakt betrokken bij de criminele activiteiten van een beruchte zigeunerfamilie. Uiteindelijk loopt hij tegen de lamp, en zijn verhaal eindigt in een gevangeniscel.
En is dat alles? Ja, helaas wel. In grove bewoordingen vertelt Eus zijn verhaal, alles is kut, vrouwen zijn wijven, en iedereen loopt maar wat te fucken. Een schril contrast met de wat oubollige woorden die de auteur hier en daar door verhaal strooit. Wat ontbreekt is een beetje ontwikkeling in de denkwereld van Eus, hij schrijft zijn verhaal achteraf, dus daar was ruimte voor geweest. Als lezer blijf je daardoor met lege handen achter. Akyol kan aanstekelijk over zijn boek vertellen, en iets van zijn originele observaties had hij in het boek kunnen stoppen, want schrijven, dat kan hij wel.
Özcan Akyol, Eus (Prometheus)
Deze recensie verscheen eerder in BOEK 1, 2013