Het eerste hoofdstuk van Aan de rivier is al meteen zo heftig dat je als lezer even twijfelt tussen stoppen of verder lezen. Gelukkig is de setting van deze roman zo intrigerend en weet Bonnie Jo Campbell de nieuwsgierigheid zodanig te prikkelen dat het boek wegleggen geen optie is.
Margo Crane woont samen met haar vader in een eenvoudige woning aan de rivier de Sark; haar moeder verdroeg het leven in de wildernis niet langer en is vertrokken op zoek naar een beter bestaan. Margo is een teruggetrokken en zwijgzame tiener die het liefst in haar eentje met haar boot op de rivier dobbert, en die kan jagen en schieten als de beste. Aan haar overzichtelijke leven komt abrupt een einde wanneer een familielid misbruik maakt van haar vertrouwen en zo een reeks van gebeurtenissen in gang zet die ertoe leiden dat Margo in haar eentje de rivier afzakt op zoek naar haar moeder.
De tocht van Margo door de wildernis is voor mij als Nederlandse lezer bijna surreëel. De ruigheid en uitgestrektheid, de meedogenloze natuur en de nog grotere dreiging die uitgaat van de mannen die Margo onderweg ontmoet, maken dit tot een beklemmend en bij vlagen beangstigend verhaal.
Tijdens de reis van Margo over de Sark komen in feite alle grote thema’s van het leven voorbij: liefde en verraad, vergelding en vergeving, dood en verlies. Door enerzijds de soms wat naïeve blik van Margo en anderzijds de meedogenloze natuur tegenover elkaar te zetten, weet Bonnie Jo Campbell de lezer te prikkelen tot nadenken over wat nu echt van belang is.
Bonnie Jo Campbell, Aan de rivier (Ambo Anthos)