foto vakantielezenOnmisbaar op vakantie: de boekenkoffer. Ook al zeg ik in mijn boek Relaxed op vakantie dat als je je paspoort en pinpas maar bij je hebt, alles verder te koop is, zonder de juiste boeken is mijn vakantie niet compleet. En nee, geen e-reader voor mij, digitaal lezen doe ik voor mijn werk, voor het plezier wil ik een echt boek in handen hebben.
Ik begon deze vakantie met Bill Bryson, De weg naar Little Dribbling, ter introductie van onze reis door Engeland. Algauw bleek de flauwe humor van Bill Bryson niet aan mij besteed, hoewel hij zichzelf uitermate grappig lijkt te vinden, en uiteindelijk heb ik het boek scannend gelezen op zoek naar leuke informatie over Engeland, die hier en daar nog wel verstopt zat tussen de melige en zelfingenomen observaties.
Een verademing was vervolgens het ingetogen Ik heet Lucy Barton van Elisabeth Strout. Een prachtig verhaal over de band tussen een moeder en dochter, over familieverhoudingen, het onvermogen om dichter bij elkaar te komen en ‘ik hou van je’ te zeggen, over je ontworstelen aan je afkomst en een eigen leven opbouwen. Echt een pareltje, en ik moet niet vergeten in de toekomst meer van Elisabeth Strout te lezen, want ik kende haar werk eigenlijk nog niet.
Het perfecte boek op de juiste plaats was Boy & Solo van Roald Dahl, een memoir over zijn jeugd en zijn tijd als piloot in de Tweede Wereldoorlog. Meegenomen voor Simon, maar Eckhart n ik hebben het beiden in één ruk uitgelezen voordat we naar Great Missenden gingen, waar Dahl woonde en werkte, en waar we het museum aan hem gewijd en zijn graf bezochten. Wat kan die man fijn schrijven, moet de kinderen echt aansporen na de vakantie álles van hem te lezen.
Een volgend boek in de juiste setting was Angel van Elizabeth Taylor, het verhaal over een Engelse pulpschrijfster die het niet kan verkroppen dat ze niet serieus wordt genomen door de literaire pers. De in armoede opgegroeide Angel wordt steeds excentrieker en raakt meer en meer vervreemd van de realiteit, en als lezer wil je het liefst ingrijpen en haar eens flink door elkaar schudden. Het landhuis waar Angel uiteindelijk haar intrek neemt zou zo in de omgeving van Lacock kunnen staan waar wij op dat moment rondreden. Een mooie ontdekking van uitgeverij Karmijn, deze auteur, en ik hoop dat er meer boeken van haar vertaald gaan worden.
Aansluitend las ik Manderley voor altijd van Tatiana de Rosnay, aangezien de reis richting Cornwall voerde, waar Daphne de Maurier lange tijd woonde en haar inspiratie opdeed. Het boek (biografie? roman?) paste bij de sfeer van het omringende landschap en de parallel met Angel uit het vorige boek die zich niet serieus genomen voelde was grappig. In de ogen van De Rosnay was het ook voor Daphne du Maurier een worsteling dat ze een enorm commercieel succes had en daarom niet altijd serieus werd genomen, waarbij ik me telkens afvroeg of De Rosnay niet over zichzelf schreef in plaats van over Daphne, met we ze zich wel erg sterk lijkt te vereenzelvigen. Als biografie niet heel geslaagd, wel lekker om over Daphne du Maurier te lezen.
Een stuk beter was Rebecca van Du Maurier zelf, heerlijk om in Cornwall deze klassieker nog eens te lezen. Het was even wennen aan de wat gedateerde vertaling, maar uiteindelijk paste die uitstekend bij de sfeer van het boek, waar de suspense vanaf druipt en waardoor je bijna gaat verlangen naar stormachtige nachten aan zee. Maar dan wel in een landhuis in plaats van op de camping.
Vervolgens tijd voor de onvermijdelijke zomerhype van het moment, De meisjes van Emma Cline, lekker boek, goed geschreven, maar vraag me af of het gaat beklijven. Meer hierover eind september bij De leesclub van alles waar ik te gast ben en waar we over dit boek gaan praten.
Weer geheel in Engelse sferen was Moeders zondag van Graham Swift, mooi en subtiel verhaal over een onmogelijke liefde, over de Engelse aristocratie, en zo beeldend geschreven dat ik sommige scènes nog altijd op mijn netvlies zie. Volgende goede voornemen: meer van Graham Swift lezen dus. Op vakantie word ik altijd weer zo enthousiast over literatuur en boeken en ik zou willen dat ik eens een half jaar niets anders hoefde te doen dan lezen.
Last but zeker not least las ik thuis De geest geven van Hillary Mantel uit, van wie ik al een groot bewonderaars was sinds ik Wolf Hall las en die in deze herinneringen aan haar jeugd en bespiegelingen over haar leven laat zien dat zij iemand is die werkelijk overal op een prachtige manier over kan schrijven.